Geluk: Ik heb deze week geleerd dat je mensen blij maakt door jezelf soms iets minder blij te maken. Ik heb deze week geleerd dat je mensen blij maakt om hun te helpen.
Onderwijs: Ik heb deze week geleerd dat je niet alleen op school goed onderwijs hebt, maar dat iedereen je wel iets kan leren.
Gelezen: Ik heb deze week gelezen dat sommige mensen iets willen dat ze niet hebben en andere mensen dat wel hebben maar niet willen.
Leven: Ik heb deze week geleerd dat familie en hulp echt telt in het leven.
Onvergetelijk: Ik heb deze week geleerd dat ik deze zomer niet zo veel ga kunnen doen als de zomer daar voor.